Wolfferts-Heyneman-orgel

In 1783 wordt in de Sint-Maartenskerk te Zaltbommel gestart met de bouw van een nieuw orgel. De orgelbouwer is Andries Wolfferts. Hij maakt gebruik van materiaal van het oude orgel, in 1727 gebouwd door Matthijs Verhofstadt, dat achttien stemmen telde, verdeeld over hoofdwerk en rugpositief. Het nieuwe orgel heeft vijfendertig registers, drie manualen en een vrij pedaal en wordt in 1786 voltooid.

Tien jaar later alweer wordt het instrument tot veertig stemmen uitgebreid door Antonius Friedrich Gottlieb Heyneman. Eerder al heeft hij veel roem geoogst met de verbouwing van het orgel in de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch. Hess, een tijdgenoot, schrijft hierover dat het orgel nadat prullen eraan getobt hebben, eindelijk in een goeden stand (is) gebragt door Heineman.

De volgende aanpassing aan het instrument vindt pas plaats in 1860 door de Zaltbommelse firma N.A. Naber & Cie die o.a. een nieuwe Viola di Gamba plaatste. Moderniseringen in 1905 maken het orgel alleen maar slechter.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog is de Duitse bezetter van plan om de imposante toren op te blazen. De springladingen zijn al aangebracht. Het orgel wordt in allerijl door burgers en gemeentearbeiders gedemonteerd. De pijpen en windladen worden bij particulieren en bedrijven in de stad opgeslagen. Een deel raakt beschadigd.
Na de bevrijding wordt het instrument min of meer provisorisch in elkaar gezet en gerestaureerd door de firma De Koff. Er wordt geprobeerd om het orgel, volgens de smaak van die tijd, een heldere klank te geven. Er worden enkele dispositiewijzigingen doorgevoerd en de toonhoogte wordt verhoogd met een halve toon, o.a. door pijpen in te korten. Het resultaat was teleurstellend. Het orgel klonk nog doffer en dikker dan voorheen…

Bij de kerkrestauratie in de jaren tachtig wordt ook het orgel gerestaureerd, nu door de firma Blank uit Herwijnen. Doel is om het orgel zoveel mogelijk terug te brengen naar de toestand van 1860. De pijpen krijgen weer hun oorspronkelijke lengte en de originele winddruk wordt hersteld, waardoor het orgel zijn tamelijk ingetogen, soms wat fluwelige en hoornachtige klank weer heeft teruggekregen.

Hoofdwerk C-f”’ Rugwerk C-f”’ Bovenwerk C-f”’ Pedaal C-d’
Prestant 16′
Octaaf 8′
Bordon 8′
Octaaf 4′
Fluyt 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Flageolet 2′
Mixtuur III-IV
Cornet V d.
Sesquialter II d.
Trompet 16′ b/d
Trompet 8′ b/d
Bourdon 16′
Prestant 8′
Bourdon 8′
Flautraver 8′
Octaaf 4′ d.
Fluyt 4′
Octaaf 2′
Flageolet 1′
Mixtuur III-IV b/d
Cornet IV d.
Dulciaan 8′
Tremulant
Prestant 8′ b/d
Holpyp 8′
Gemshoorn 8′
Viola di Gamba 8′ b/d
Fluyt 4′
Waldfluyt 2′
Carillon III d.
Fagot 8′ b/d
Vox Humana 8′
Tremulant
Subbas 16′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Basuyn 16′
Trompet 8′
Clarino 4′

Koppels: HW + RW b/d; HW + BW b/d; Ped. + HW
Toonhoogte: 415 Hz.
Stemming: Neidhardt I

Klik hier
voor meer gedetailleerde informatie over de bouw en de dispositie van het Wolfferts-Heyneman-orgel.